Voor wie

Heelzorg biedt behandeling voor iedereen boven de 18 jaar, die in het dagelijks functioneren last ondervindt van de gevolgen van ernstige traumatisering in de vroege jeugd. Het kan hierbij gaan om een aaneenschakeling van nare gebeurtenissen, zoals bij een geschiedenis van ernstige mishandeling en/of seksueel misbruik.

Indicatie- en Exclusiecriteria

  • Heelzorg biedt behandeling voor: de complexe vormen van Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en Dissociatieve Stoornissen.
  • De complexe traumagerelateerde stoornissen gaan meestal gepaard met een veelheid aan andere psychiatrische problematiek, zoals depressies, angstklachten, conversie, zelfbeschadigend gedrag, suïcidaliteit, eetstoornissen, psychotische verschijnselen, verslaving en persoonlijkheidsproblematiek. Bij Heelzorg kunnen mensen in behandeling komen bij wie de PTSS symptomen en/of dissociatieve klachten op de voorgrond staan. In een intakegesprek wordt bekeken in hoeverre de overige problematiek dusdanig op de voorgrond staat dat traumabehandeling wordt belemmerd. In dat geval wordt er nog geen behandeling bij Heelzorg gestart, maar wordt geadviseerd dit eerst elders te behandelen alvorens de traumabehandeling te starten.
  • Omdat we een kleinschalig centrum zijn dat bovenregionaal functioneert, is het noodzakelijk dat eventuele suïcidaliteit beheersbaar blijft. In het geval van ernstige, chronische suïcidaliteit kan er alleen tot behandeling worden overgegaan wanneer samenwerking met een plaatselijk FACT-team wordt gerealiseerd.
  • Autisme Spectrum problematiek is een contra-indicatie voor de behandeling van dissociatie stoornissen.

Aanmelden

Een week na opening voor nieuwe aanmeldingen in oktober 2023, zijn we genoodzaakt voorlopig weer te sluiten. Vanwege de lange wachtduur kunnen we momenteel helaas geen nieuwe aanmeldingen meer aannemen. Je kunt ook de website van Vektis checken voor de meest actuele informatie.

Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS)

Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan als gevolg van het doormaken van een traumatiserende gebeurtenis.  Het gaat er hierbij om dat iemand is blootgesteld aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld. Een PTSS kan als gevolg van enkelvoudige traumatische gebeurtenissen ontstaan, zoals het meemaken van een overval of een verkrachting. Het kan ook zijn dat er sprake is van  meerdere  traumatische ervaringen, die al dan niet al in een kwetsbare periode in je leven hebben plaats gevonden (vroegkinderlijke traumatisering).

Lang niet iedereen die een traumatische gebeurtenis meemaakt ontwikkelt een PTSS. Waarom de één wel en ander geen PTSS krijgt is niet duidelijk. Wel is er een aantal factoren bekend die een rol spelen in het ontwikkelen van een PTSS, zoals de frequentie en duur van het trauma, het type gebeurtenis, biologische factoren en de mogelijkheden voor opvang na de traumatiserende gebeurtenis.

De belangrijkste symptomen van een PTSS zijn: het hebben van zich opdringende herinneringen aan de traumatiserende gebeurtenis (herbelevingen), het vermijden van prikkels die aan het trauma doen denken en een verhoogd arousalsysteem.

Tijdens de herbelevingen kan het lijken alsof je de traumatische gebeurtenis weer opnieuw meemaakt. Dit kan zo beangstigend zijn, dat ook je lichaam reageert met bijvoorbeeld trillen, zweten, versnelde ademhaling en hartslag. Het vermijden van bepaalde activiteiten, gevoelens en gedachten kan dan worden gezien als een manier om te voorkomen dat je overspoeld raakt door deze nare sensaties. Het gevolg kan wel zijn dat er dan een afgestompt, verdoofd en/of vervreemd gevoel ontstaat. Het verhoogde arousalniveau (stressreactie van het lichaam) kan zich onder andere uiten in schrikachtigheid, concentratieproblemen en woede-uitbarstingen.

In sommige gevallen is er ook sprake van emotieregulatieproblemen, dissociatie van lichaamssensaties – en emoties, zelfbeeldproblemen, zelfdestructief gedrag en problemen in de relatie met anderen. In het verleden werd dan van Complexe Posttraumatische Stressstoornis (CPTSS) gesproken.

Dissociatieve Stoornissen

Bij de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS) is er sprake van een verstoring van de normale integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag. Dit wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer afzonderlijke persoonlijkheidstoestanden en door terugkerende hiaten in het herinneren van dagelijkse gebeurtenissen, belangrijke persoonlijke informatie en/of traumatiserende gebeurtenissen. Deze geheugenproblemen zijn anders van kleur dan de gewone dagelijkse vergeetachtigheid.

Mensen met een dissociatieve stoornis kunnen zich vervreemd van zichzelf, van hun lichaam, van andere mensen of van hun omgeving voelen. Er kan verwarring en innerlijk strijd ontstaan over wie ze zijn en wat ze willen. De beleving van de identiteit is verstoord. Sommige mensen horen stemmen, andere ervaren de innerlijke strijd eerder als hele sterke gedachten. Ook kunnen mensen het gevoel hebben geen controle te hebben over wat ze zeggen of doen. DIS kan gepaard gaan met een scala aan andere psychiatrische problematiek, zoals depressies, angstklachten, eetproblemen, verslaving, automutilatie en suïcidaliteit.

Voor de oorzaak van het ontstaan van een DIS zijn er verschillende verklaringsmodellen. Veelal wordt aangenomen dat het ontstaan van een DIS te maken heeft met vroegkinderlijk traumatische ervaringen die plaats hebben gevonden binnen een context van emotionele verwaarlozing.

Wanneer er wel sprake is van dissociatieve klachten, die niet voldoen aan de criteria van DIS en die veelomvattender zijn dan de dissociatieve symptomen bij een PTSS van het dissociatieve subtype, dan kan er sprake zijn van een Andere Gespecificeerde Dissociatieve Stoornis (AGDS), de voormalige DSNAO.

De depersonalisatie-/derealisatiestoornis wordt gekenmerkt door aanhoudende of herhaalde episodes van depersonalisatie en of derealisatie, zodanig dat het dagelijks functioneren wordt belemmerd. Cliënten met een depersonalisatie-/derealisatiestoornis kunnen zich vervreemd en onwerkelijk voelen. Ze beschrijven hun handelen als van een ‘robot’ of als ‘automatisch’ en hebben weinig contact met hun emoties. De omgeving kan ook als onwerkelijk worden ervaren, wat meestal gepaard gaat met een veranderde visuele of auditieve waarneming. Zo kunnen mensen last hebben van vaag zien, een grotere scherpte ervaren in wat ze zien of een vernauwd gezichtsveld hebben. Geluiden kunnen als gedempt of juist versterkt worden ervaren.
Bij een aanzienlijk deel van de cliënten met deze stoornis is er sprake van een samenhang tussen de stoornis en interpersoonlijke psychotrauma’s in de kindertijd. Met name emotionele mishandeling en verwaarlozing lijken het meest consistent samen te hangen met deze stoornis.

Deze website maakt gebruik van cookies om het gebruik van de website te verbeteren. Door verder te klikken op onze website, accepteer je cookies en vergelijkbare technieken. Bekijk meer informatie